Here der heerscharen, prijst Zijn grote naam

Cs37 D1222 E1222 F152 S370 T1222
1
Here der heerscharen, prijst Zijn grote naam,
Want Hij verblijft nu in Jeruzalem.
Laten wij gedenken, al wat Hij volbracht,
Hemelse Koning, God met ons!
 
Ja, vanuit Sion komt verlossing voort;
Uit ballingschap heeft Hij ons bevrijd.
Jubel van blijdschap, zing het uit van vreugd.
Jubel van blijdschap, zing het uit van vreugd.
2
In de Heil’ge Stad, daar woont Hij met Zijn volk;
O Heer, mijn Heer, hoe heerlijk is Uw naam!
Hij wordt aanbeden, verheven is Zijn naam!
In Sion heeft Hij eeuw’ge heerlijkheid.
 
Ja, Zijn Gemeente, daar bevindt Hij zich,
Hij is ons erfdeel, vol tevredenheid.
O, wat een rijkdom valt ons nu ten deel.
O, wat een rijkdom valt ons nu ten deel.
3
Wie zal in Zijn tabernakel binnengaan?
Wie zal er opgaan naar Zijn heil’ge berg?
Zij die met een rein hart zoeken naar de Heer!
Zij die oprecht staan voor Zijn aangezicht!
 
O, al gij mensen, zoek Zijn aangezicht,
Open je hart en laat de Koning in.
Hij komt en Hij maakt woning in je hart.
Hij komt en Hij maakt woning in je hart.
4
Kijk! Gods tabernakel is nu onder ons.
Immanuel – wij zeggen: “God met ons!”
Alles is volbracht, kom kind’ren van de Heer,
Christus is één met Zijn Gemeente hier.
 
Steden der aarde, hef je hoofd omhoog;
Open je poorten, laat de Koning in.
Christus regeert, geprezen zij Zijn naam.
Christus regeert, geprezen zij Zijn naam.