1
Vader God, U bent de levensbron.
Uit Uw leven zijn geboren
Al Uw uitverkoren zonen.
Vader God, U bent de levensbron.
Uit Uw leven zijn geboren
Al Uw uitverkoren zonen.
Vader God, U bent de levensbron.
In Uw leven, in Uw leven,
In Uw leven zijn wij één.
In Uw leven, in Uw leven,
In Uw leven Vader, zijn wij één.
In Uw leven zijn wij één.
In Uw leven, in Uw leven,
In Uw leven Vader, zijn wij één.
2
Dankbaar zijn wij dat Uw heilig Woord,
Met Uw leven ons verzadigt;
In de Zoon ons begenadigt.
Dank U Vader, voor Uw heilig Woord.
Met Uw leven ons verzadigt;
In de Zoon ons begenadigt.
Dank U Vader, voor Uw heilig Woord.
Door Uw Woord, door Uw Woord,
Door Uw Woord maakt U ons allen één.
Door Uw Woord, door Uw Woord,
Door Uw heilig Woord maakt U ons één.
Door Uw Woord maakt U ons allen één.
Door Uw Woord, door Uw Woord,
Door Uw heilig Woord maakt U ons één.
3
O, de glorie van de Vader-God!
Wij Zijn zonen, wat een zegen!
In Zijn heerlijkheid te leven,
O, de glorie van de Vader-God!
Wij Zijn zonen, wat een zegen!
In Zijn heerlijkheid te leven,
O, de glorie van de Vader-God!
In Uw glorie, in Uw glorie,
In Uw glorie zijn wij één.
In Uw glorie, in Uw glorie,
In Uw glorie zijn wij allen één!
In Uw glorie zijn wij één.
In Uw glorie, in Uw glorie,
In Uw glorie zijn wij allen één!
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?