U bent liefde, U bent licht, Heer

B13 C6 CB13 D13 E13 G13 K6 P9 R9 S8 T13
1
U bent liefde, U bent licht, Heer
U bent leven in de Zoon;
Liefde tonend, licht uitstralend,
U deelt leven uit in ons.
 
U bent liefde en licht!
U bent leven in de Zoon;
Liefde tonend, licht uitstralend
U deelt leven uit in ons.
2
Heel Uw wezen spreekt van liefde,
Al Uw werk getoond door licht;
Liefde binnen, licht van buiten,
Liefde komt altijd met licht.
3
Door gena wordt liefde kenbaar,
Licht door waarheid wordt getoond;
U bent ons genot door liefde;
Door het licht wordt U gekend.
4
Liefde bracht U tot de kruisdood,
Waar Uw leven werd bevrijd;
Door Uw schijnend licht in ons, Heer,
Passen wij het bloed nu toe.
5
Heer, Uw liefde geeft ons leven,
En gemeenschap met Uzelf;
Door het schijnen en belijden
In gemeenschap leven wij.
6
Door het licht en bloed dat reinigt,
Wordt Uw zalving nu gekend;
En het leven van Uw liefde,
Stroomt dan meer en meer in ons.
7
Wij zijn kind’ren door Uw liefde,
Abba Vader roepen wij;
Duisternis door licht verdreven,
Worden wij Uw Zoon gelijk.
 
Prijs de Heer! Het is waar!
Liefd’ en licht geopenbaard!
Door Uw liefde en Uw licht Heer,
Prijzen wij U telkens weer.