1
Jezus, die mijn ziel bemint,
‘s levens stormen gaan tekeer,
Dicht aan U blijf ik, mijn Heer,
Leg mij aan Uw boezem neer.
Als de golven woedend slaan,
Tegen rotsen heen en weer,
Laat mij in Uw schuilplaats gaan
En verberg mijn ziel, O Heer.
‘s levens stormen gaan tekeer,
Dicht aan U blijf ik, mijn Heer,
Leg mij aan Uw boezem neer.
Als de golven woedend slaan,
Tegen rotsen heen en weer,
Laat mij in Uw schuilplaats gaan
En verberg mijn ziel, O Heer.
2
And’re toevlucht ken ik geen,
Hulp’loos vlucht ik nu tot U,
Laat, o laat mij niet alleen,
Steeds mijn troost vind ik in U.
Mijn vertrouwen rust op U
T’is Uw hulp die mij versterkt
Met Uw vleugel bedekt U
mij, zo zwak en zo beperkt.
Hulp’loos vlucht ik nu tot U,
Laat, o laat mij niet alleen,
Steeds mijn troost vind ik in U.
Mijn vertrouwen rust op U
T’is Uw hulp die mij versterkt
Met Uw vleugel bedekt U
mij, zo zwak en zo beperkt.
3
U bent al wat ik begeer,
In U vind ik alles, Heer
U leidt blinden en verblijdt,
Ook de zwakken sterkt U weer
Ik ben ongerechtigheid
vol van zwakheid en gebrek
U, heilig, rechtvaardigheid,
Waarheid en genade, Heer.
In U vind ik alles, Heer
U leidt blinden en verblijdt,
Ook de zwakken sterkt U weer
Ik ben ongerechtigheid
vol van zwakheid en gebrek
U, heilig, rechtvaardigheid,
Waarheid en genade, Heer.
4
U bent zo genadig Heer
Al mijn zonden zijn bedekt,
Stroom genezend water uit,
maak mijn ziel puur, onbevlekt.
U, een levende fontein,
Zo beschikbaar voor altijd,
U springt op en maakt mij rein
Nu en tot in eeuwigheid.
Al mijn zonden zijn bedekt,
Stroom genezend water uit,
maak mijn ziel puur, onbevlekt.
U, een levende fontein,
Zo beschikbaar voor altijd,
U springt op en maakt mij rein
Nu en tot in eeuwigheid.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?