1
Ik dank God die mij heeft geplaatst
Met jou Zijn Lichaam te bouwen.
Christus in jou is hoop voor mij!
Jouw nood: Christus die leeft in mij.
Met jou Zijn Lichaam te bouwen.
Christus in jou is hoop voor mij!
Jouw nood: Christus die leeft in mij.
Ik leef, als jij vaststaat in de Heer.
Jij leeft, als ik vaststa in de Heer.
Mijn standhouden is voor jou,
Jouw standhouden is voor mij,
Geen losstaande wezens,
Ik heb jullie hard nodig!
Jij leeft, als ik vaststa in de Heer.
Mijn standhouden is voor jou,
Jouw standhouden is voor mij,
Geen losstaande wezens,
Ik heb jullie hard nodig!
2
Wat een zoet gemeenteleven!
Gebouwd in Hem, Zijn verloofde!
In Hem, standvastig, help je mij;
Verkwikt door Christus, die ik zie.
Gebouwd in Hem, Zijn verloofde!
In Hem, standvastig, help je mij;
Verkwikt door Christus, die ik zie.
3
Jouw geloof in Christus helpt mij;
Mijn vooruitgang hangt van jou af!
Als ik Christus zoek, ziend’op jou,
Is mijn hart, vol gebed, voor jou.
Mijn vooruitgang hangt van jou af!
Als ik Christus zoek, ziend’op jou,
Is mijn hart, vol gebed, voor jou.
4
Gods hart snakt naar Zijn geliefden,
Dat wij Hem collectief zoeken.
Mijn leven uitgietend op jou,
Giet jij jouw leven uit op mij.
Dat wij Hem collectief zoeken.
Mijn leven uitgietend op jou,
Giet jij jouw leven uit op mij.
5
‘k Wil jullie aanmoedigen, want
Zonder jouw voorziening val ik.
Denk nooit: “Mijn Christus is te klein.”
Christus heeft je nodig, ook wij.
Zonder jouw voorziening val ik.
Denk nooit: “Mijn Christus is te klein.”
Christus heeft je nodig, ook wij.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?