Hoor het zegelied weergalmen
Hoor het zegelied weergalmen
1
|
Hoor het zegelied weergalmen, Lof zij het Lam; Hoor hoe rijzen vreugdepsalmen, Lof zij het Lam. Tronen, machten voor Hem buigend, Onze stem, Zijn lof betuigend. Zing tot Hem, aanbid Hem juichend, Lof zij het Lam. |
2
|
Kom geslachten, volken, tongen, Lof zij het Lam; Van verlossing wordt gezongen, Lof zij het Lam. Laat uw zang ten hemel druisen, Als de wat’ren machtig bruisen, Uw aanbidding opwaarts rijzen, Lof zij het Lam. |
3
|
Harpen ruisen, stemmen schallen, Lof zij het Lam; Volheid van gena voor allen, Lof zij het Lam. Zondeslaven, maar Hij kocht ons, Hulp’loos dwalend, maar Hij zocht ons. Tot Zijn heerlijkheid bracht Hij ons, Lof zij het Lam. |
4
|
Zing, met harten vol verwachting, Lof zij het Lam; In verdrukking, in verachting, Lof zij het Lam. Hoogste vreugde nooit te doven, Eeuwig, eeuwig Hem te loven. Stijgt al ‘t aardse ver te boven, Lof zij het Lam. |
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?