1
God gaf Zijn Zoon geheel voor ons,
Als boom des levens rijk en vrij.
Dat heel het mensdom smaakt en ziet,
Dat God nu voedsel is.
Als boom des levens rijk en vrij.
Dat heel het mensdom smaakt en ziet,
Dat God nu voedsel is.
Ja, eet en drink van Hem!
God is ons voedsel nu!
Wij proefden Hem en getuigen
Dat God nu voedsel is!
God is ons voedsel nu!
Wij proefden Hem en getuigen
Dat God nu voedsel is!
2
Dit feestmaal eten brengt God in,
Ja, eet van Hem en leef door Hem.
Want heel dit feestmaal is bereid
Met God als element.
Ja, eet van Hem en leef door Hem.
Want heel dit feestmaal is bereid
Met God als element.
Ja, Jezus is ons feest!
Ja, Jezus is ons feest!
Kom, eet van Hem en leef door Hem,
Want Jezus is ons feest!
Ja, Jezus is ons feest!
Kom, eet van Hem en leef door Hem,
Want Jezus is ons feest!
3
Ja, Christus is ons voedsel nu;
Hij is ons brood, Hij is ons vlees;
Zo rijkelijk voorziet Hij ons,
O, eet Hem elke dag.
Hij is ons brood, Hij is ons vlees;
Zo rijkelijk voorziet Hij ons,
O, eet Hem elke dag.
Ja, eet Hem elke dag,
Ja, eet Hem elke dag,
Zo rijkelijk voorziet Hij ons,
Ja, eet Hem elke dag.
Ja, eet Hem elke dag,
Zo rijkelijk voorziet Hij ons,
Ja, eet Hem elke dag.
4
Dit feest genieten vol van vreugd,
Beschikbaar is Hij nu altijd.
Want Gods oproep aan ieder mens
Is: “Kom en eet van Mij!”
Beschikbaar is Hij nu altijd.
Want Gods oproep aan ieder mens
Is: “Kom en eet van Mij!”
Ja, kom en eet van Mij!
Ja, kom en eet van Mij!
Want Gods oproep aan ieder mens
Is: “Kom en eet van Mij!”
Ja, kom en eet van Mij!
Want Gods oproep aan ieder mens
Is: “Kom en eet van Mij!”
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?