1
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer,
Heer, U heeft ons uitgenodigd
In Uw huis dit feest te vieren.
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer.
Heer, U heeft ons uitgenodigd
In Uw huis dit feest te vieren.
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer.
Halleluja, Halleluja,
Halleluja, welk een feest!
Halleluja, Halleluja,
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer.
Halleluja, welk een feest!
Halleluja, Halleluja,
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer.
2
Welk genot voor ons Uw tafel, Heer,
Waar wij nu gemeenschap hebben,
Met de heiligen genieten
In de eenheid aan Uw tafel, Heer.
Waar wij nu gemeenschap hebben,
Met de heiligen genieten
In de eenheid aan Uw tafel, Heer.
3
O, hoe kostbaar is Uw tafel, Heer,
Brood en wijn Zijn dood verklaren
En Uw vijand overwinnen,
Als wij eten van Uw tafel, Heer.
Brood en wijn Zijn dood verklaren
En Uw vijand overwinnen,
Als wij eten van Uw tafel, Heer.
4
O, de werkelijkheid des tafels, Heer,
Door dit brood wordt heden zichtbaar,
Dat Uw lichaam werd verbroken
En die daarvan eten worden één.
Door dit brood wordt heden zichtbaar,
Dat Uw lichaam werd verbroken
En die daarvan eten worden één.
5
Hoe bemoedigend Uw tafel, Heer,
Tot U komt zullen wij eten
En U als ons feest genieten.
Vul ons steeds meer met Uzelf, o Heer.
Tot U komt zullen wij eten
En U als ons feest genieten.
Vul ons steeds meer met Uzelf, o Heer.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?