Terwijl wij U gedenken, Heer
Terwijl wij U gedenken, Heer
1
|
Terwijl wij U gedenken, Heer, Zijn onze harten U gewijd. Zo wonderbaar, zo rijk bent U, In liefde en voortreffelijkheid. |
Wat U bent, vult ons hele wezen, Ons hart met lofprijs overstroomt. U overtreft alle verwachting, Met eer en heerlijkheid gekroond. |
|
2
|
God Zelf bent U in werkelijkheid, De God van liefde en van licht. De God die ons het leven schenkt, De God die onze vreugde is. |
3
|
Heer, U bent ook een ware mens, Een mens zo fijn, zo goed, zo rein. Een mens in wie Zich God verheugt, Een mens met ware menselijkheid. |
4
|
Heer Jezus, U bent zelfs een slaaf, Een slaaf van God die ons bedient. Gehoorzaam tot de dood aan ’t kruis, Een straf die U niet had verdiend. |
5
|
Ook bent U onze Koning, Heer, Die ons in liefde overheerst. Door God met al Zijn macht gezalfd, Gekroond met heerlijkheid en eer. |
6
|
Terwijl wij U gedenken Heer, In eendracht en in werkelijkheid. Genieten wij van Uw voorziening, Nu en tot in de eeuwigheid. |
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?