1
Voor God, Heer, bent U kostbaar,
Verkozen en gezalfd,
Met olie van genoegen,
Bent U zo schoon voor Hem.
Verkozen en gezalfd,
Met olie van genoegen,
Bent U zo schoon voor Hem.
Vol liefde en waardering
Zien wij Uw lieflijkheid,
Uw zoetheid, Uw aroma
En Uw innemendheid.
Zien wij Uw lieflijkheid,
Uw zoetheid, Uw aroma
En Uw innemendheid.
2
Aan U is alles lieflijk,
Zo schoon, zo rein bent U,
Uw woorden vol genade,
U vult ons hart met lof.
Zo schoon, zo rein bent U,
Uw woorden vol genade,
U vult ons hart met lof.
3
U werd geëerd met schatten,
Toen U geboren werd,
Door edelen begraven,
Geliefd, zelfs in de dood.
Toen U geboren werd,
Door edelen begraven,
Geliefd, zelfs in de dood.
4
Uw hoofd gezalfd met olie,
Zo liefdevol bent U.
Gezalfd zijn ook Uw voeten,
Elk deel van U bemind.
Zo liefdevol bent U.
Gezalfd zijn ook Uw voeten,
Elk deel van U bemind.
5
Uw dood zo zoet als mirre,
‘t Verzacht nu onze geest.
Uw opstandingsaroma
Vervult Gods hartenwens.
‘t Verzacht nu onze geest.
Uw opstandingsaroma
Vervult Gods hartenwens.
6
Als hennabloemen bent U,
Zo schoon in lieflijkheid.
Als appelbomen bloeiend,
Met vruchten zoet en rijk.
Zo schoon in lieflijkheid.
Als appelbomen bloeiend,
Met vruchten zoet en rijk.
7
Uw liefde zoeter dan wijn,
Uw Naam als zalfolie.
Als feestmaal nemen wij U
En smaken Uw zoetheid.
Uw Naam als zalfolie.
Als feestmaal nemen wij U
En smaken Uw zoetheid.
8
Wanneer wij U gedenken
En al Uw schoonheid zien,
Dan proeven wij Uw zoetheid
En rusten wij in U.
En al Uw schoonheid zien,
Dan proeven wij Uw zoetheid
En rusten wij in U.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?