1
Mijn doel is God Zelf – niet Zijn zegening,
Noch rust en vrede, maar Hijzelf mijn God.
Hij leidt mij daar, niet ik, maar God alleen,
Tot elke prijs, mijn Heer, tot ieder bod.
Noch rust en vrede, maar Hijzelf mijn God.
Hij leidt mij daar, niet ik, maar God alleen,
Tot elke prijs, mijn Heer, tot ieder bod.
2
Geloof springt voorwaarts tot zijn doel in God,
En ik vertrouw op Hem die mij daar brengt.
Gesteund door Hem, mijn ziel volgt als een lam,
Tot God mijn meest intieme wens vervult.
En ik vertrouw op Hem die mij daar brengt.
Gesteund door Hem, mijn ziel volgt als een lam,
Tot God mijn meest intieme wens vervult.
3
Het geeft niet dat de weg soms duister is
En dat die weg soms onbegaanbaar lijkt.
Hij weet het best hoe ik dit doel bereik –
Het doel in God – mijn eeuw’ge heerlijkheid.
En dat die weg soms onbegaanbaar lijkt.
Hij weet het best hoe ik dit doel bereik –
Het doel in God – mijn eeuw’ge heerlijkheid.
4
Eén ding weet ik, ik kan niet zeggen: “Nee.”
Eén ding doe ik, ik jaag Hem na, mijn God.
Mijn Heer, mijn leven, hier van dag tot dag
En in de eeuwigheid mijn hoogst’ genot.
Eén ding doe ik, ik jaag Hem na, mijn God.
Mijn Heer, mijn leven, hier van dag tot dag
En in de eeuwigheid mijn hoogst’ genot.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?