Eerst het bloed en dan zalfolie

B161 C227* CB279 D279 E279 G279 K227* LSM55 P152 R251 S135 T279
1
Eerst het bloed en dan zalfolie,
Na reiniging, de zalving komt.
Als wij Golgotha niet doorgaan,
Komt er hier geen pinksterfeest.
Slechts door Jezus’ bloed gewassen,
Komt de geestkracht in ons vrij.
Als van Christus wij getuigen,
Moet ons zelf gekruisigd zijn.
 
‘k Bid, o Heer, neem door het kruis
Heel mijn zielenleven weg.
‘k Betaal gewillig elke prijs,
Voor Uw zalving vol en rijk.
2
Als de Rots werd U gespleten,
Toen kwam levend water vrij;
Slechts door dood komt dan de volheid
Van de Geest van God in mij.
Eén in Christus’ dood volkomen
En tot elke prijs bereid,
Worden wij, bekleed met geestkracht,
Overwinnaars wereldwijd.
3
Na het altaar, komt het vuur,
Geen verlies, dan ook geen winst.
Als ons al niet is geofferd,
Is de troon buiten bereik.
Als wij ons gewillig off’ren,
Voluit in gehoorzaamheid,
Hoe zal Hij Zichzelf dan geven,
Wordt Zijn kracht door ons getoond!
4
Breng de vaten in gereedheid
Voor de olie van de Geest.
Graaf het dal toch vol met greppels,
Regen vult hen dan geheel.
Voor de zalving uit de hemel,
Moeten wij door de Jordaan
Eerst in sterv’n ondergedompeld,
Dan ervaren wij de Duif.
5
Zie de rijpe oogst goudglanzend,
Over velden uitgestrekt.
Hoeveel zaad moest hiervoor sterven
En met aarde overdekt?
Voor de levensvrucht kan bloeien,
Moet ik dood zijn als het zaad.
Eén met Christus zijn begraven,
Voor de Geest mij leven laat.
6
Heer, help mij – omdat het zo moet –
Op het smalle pad te gaan.
Breek mijn trots, maak mij gewillig
Ned’rig lijden te doorstaan.
Ik bid niet om nog meer sterkte,
Diep’re dood is nodig, Heer.
Alles wat Uw kruis betekent,
O mijn Heer, werk dat in mij.