1
Uw tafel is tentoongespreid
De wijnbeker, het brood.
Symbolen voor ons voorbereid,
Volgens Gods plan getoond.
De wijnbeker, het brood.
Symbolen voor ons voorbereid,
Volgens Gods plan getoond.
2
Het hemels voedsel voor ons wordt
Getoond door ‘t levend brood.
Wij allen hebben deel aan U
Door Uw mystieke dood.
Getoond door ‘t levend brood.
Wij allen hebben deel aan U
Door Uw mystieke dood.
3
De beker, godd’lijk, is ons deel,
Bestaand uit Jezus’ bloed.
De zegening ontvangen wij
En alles wat God is.
Bestaand uit Jezus’ bloed.
De zegening ontvangen wij
En alles wat God is.
4
Wij eten U als ’t levend brood,
En delen hier dit brood.
In liefde wordt U nu herdacht,
Wij worden met U gevoed.
En delen hier dit brood.
In liefde wordt U nu herdacht,
Wij worden met U gevoed.
5
De zegeningen, ons genot,
De beker drinken wij.
Met blijdschap wordt U nu herdacht
Tot wij werk’lijk bij U zijn.
De beker drinken wij.
Met blijdschap wordt U nu herdacht
Tot wij werk’lijk bij U zijn.
6
Dit feestmaal vieren wij met U
Verklaren Uwe dood.
U bent ons leven elke dag
Is onze getuigenis.
Verklaren Uwe dood.
U bent ons leven elke dag
Is onze getuigenis.
7
We wachten op dat heerlijk uur
Dan eten wij met U.
U zal ons feest ten volle zijn
Ja, wij aanbidden U.
Dan eten wij met U.
U zal ons feest ten volle zijn
Ja, wij aanbidden U.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?