Uw woning heb ik lief, o Heer
Uw woning heb ik lief, o Heer
1
|
Uw woning heb ik lief, o Heer, Het is Uw Lichaam, Bruid. In haar zal ik voor eeuwig zijn, Volgens Uw raadsbesluit. |
2
|
Voor haar geeft U Zichzelf geheel, Dat zij de Uwe zij. Voor haar geef ik ook mij geheel, Zonder terughoudendheid. |
3
|
Voor haar werd U mijn leven, Heer, Dat zij mijn wandel zij. Voor haar verloochen ik mijzelf, Haar geheel toegewijd. |
4
|
De heerlijke gemeente is, Uwe geliefde Bruid. Zij is Uw vreugde en genot, Waarvoor U stierf aan 't kruis. |
5
|
In haar is Uw verzorging, Heer, Deelt U Zichzelf ook uit. In haar bezit U ons geheel – Christus’ geliefde bruid. |
6
|
Uw woning heb ik lief, o Heer, Woonplaats van God en mens. Dit is Uw vreugde en Uw rust, Alsook Uw hartenwens. |
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?